top of page
Foto van schrijverFarida Barki

De parabel van de omgevallen boom

Gij die per definitie uitblinkt in verticaliteit, uitgerekend gij hebt besloten om er u bij neer te leggen. Nu ja, ge hebt het niet echt beslist. Ge kondt gewoon niet anders. Een straffe windstoot was genoeg om u tegen de vlakte te smijten.


Ge hebt ongetwijfeld nog ferm gevochten tegen de wind. U gesteld. Wat gevaarlijk heen en weer gezwiept met uw takken. Uw wortels nog wat dieper de grond in gejaagd. Maar het mocht niet baten. De wind was te sterk, en gij waart op den duur te moe van al dat vechten.


Waarschijnlijk zijt ge tegen de vlakte gegaan met het nodige gekraak en gezucht. Om klank te geven aan uw ontgoocheling. Ontgoocheling in uzelf vooral, omdat ge dacht dat ge sterker waart dan dat. Dat ge u niet zoudt laten doen door een voorjaarsstormke van uw voeten.


Maar dus toch. Net voor ge zoudt vallen, hebt ge in paniek rondgekeken om te zien of er niemand was om u te helpen. In uw ooghoek zaagt ge enkel de prikkeldraad.

Verdomme, dacht ge. Dat gaat hier nog extra zeer doen ook, met die ijzeren pinnen in mijn stam.

Ge hebt dan maar een flinke kluit aarde meegetrokken in uw val.

En toen ge tegen de grond smakte, dacht ge: Voilà, hier stopt het. Ik leg mij hier, en dat is het dan.

‘t Werd zwart voor uw ogen. Pikzwart.


Ge weet niet hoelang ge daar gelegen hebt, maar plots voelde gij iets. Een tintelingske. Er liep een vogelke over uw schors. Die pakte een regenworm die aan uw wortels krioelde. Toen ge goed keekt, zaagt ge ook nog een hoop pissebedden, mieren en een egel op en rond u kruipen.


Maar dat was niet alles. Ge voelde weer wat sap door u gonzen. Ge merkte dat er groene knoppen op het uiteinde van uw takken kwamen. Als ge goed keekt, zaagt ge zowaar ook enkele bloesemknoppen.


Allez, zotjes, dacht ge. Maar zie mij hier nu liggen. Wat voor een rare boom ben ik nu. Een horizontale.


“‘t Is niet omdat ge omgewaaid zijt, dat ge niet meer kunt bloeien”, sjirpte het vogelke.


“Wilt ge wel ne keer zwijgen”, antwoordde gij. “Ik probeer hier te wennen aan mijn horizontaliteit.”

Maar ge voelde aan uw wortels dat het vogelke gelijk had.


Je ziet een stralend blauwe lucht met op de voorgrond een tak met lichtroze bloesemknoppen.

Comments


bottom of page