top of page
Foto van schrijverFarida Barki

Dat ik niet maar jij wel

Vader

Of: papa

Of nee, toch: vader


Dat ik niet meer weet hoe ik je moet aanspreken.

Maar dat ik onlangs toch aan jou moest denken

toen ik een dagschotel zat te eten

op de plek waar jij meer dan 30 jaar geleden werkte.

Dat het toen een staalfabriek was.


Dat ik als kind eens was meegegaan naar je werk.

Op je vrije dag dan nog wel.

Snel iets afhalen of brengen.


Dat ik toen niet verwacht had dat staal zoveel lawaai maakte

dat ik mijn kleine handen op mijn kleine oren moest houden.

En dat de fabriek zo donker was

dat de bloemetjes op mijn gele jurk dichtklapten.

Dat mannen naar me keken

met stalen blikken.


Dat ik dacht dat dit de hel moest zijn waarover je zo vaak sprak.

En dat ik verbaasd was dat je daar elke dag werkte,

ook al beweerde je dat je naar de hemel zou gaan.

En ik ook, als ik maar.


Dat je wou dat ik later een beroep had

waardoor ik niet in het lawaai noch in de donkerte moest werken.

Dat ik een eigen kantoor had, met een stalen naambordje op de deur.

Huisarts.

Of: gynaecoloog.

Of nee, toch: huisarts.


Dat ik uiteindelijk koos voor taal.

Dus staal zonder s.

Dat je dat niet kon begrijpen

zoals je zoveel niet wou begrijpen.


Dat ik nu kan zwaaien met een stuk of wat diploma’s.

Dat ik geen eigen kantoor heb, maar vaak thuis werk.

En als ik naar kantoor ga, dat ik dan geen stalen naambordje heb maar een flexplek.


Dat ik nu woon in de buurt van waar vroeger die fabriek was.

Een sterk staaltje toeval.

Dat die fabriek dus nu een restaurant.

En dat ik ‘s middags tijd heb om daar een dagschotel te eten.


Vader

Of: papa

Of nee, toch: vader


Dat ik niet meer weet hoe.

Maar dat ik onlangs toch.

Dat ik niet geloof in.

Maar jij wel.

Dat er veel verandert.

Maar jij niet.


Het oude bordje van de fabriek Arbed hangt in het restaurant.

Met dit schrijfsel haalde ik de longlist van de AMAI Awards 2024, in de categorie gedichten.

Comentários


bottom of page